Voor de ontmoeting met mijn informant had ik eigenlijk een
heel breed beeld van mensen met een verslaving. Er zijn namelijk mensen waaraan
je kunt zien dat ze een verslaving hebben, maar er zijn ook mensen waar je het
niet aan ziet. Mijn ouders vertelden thuis wel eens over mensen met een
verslaving die zij tegenkwamen in hun werk. Zo hoorde ik dat deze mensen vaak
heel veel hebben meegemaakt en het feit dat ze verslaafd zijn meerdere oorzaken
kan hebben. Dit zorgde ervoor dat mijn beeldvorming misschien iets
genuanceerder is dan die van andere mensen. Als ik in de stad loop betrap ik mezelf er toch op dat ik iets
langer kijk naar iemand waaraan je kunt zien dat hij/zij bijvoorbeeld een
alcohol of drugsverslaving heeft. Dit heeft er denk ik mee te maken dat het me
dan opvalt op dat moment. Eigenlijk vind ik dat dan niet netjes van mezelf,
want ik vind dat iedereen met respect behandeld moet worden. Ik vind dat je
alle mensen in hun waarde moet laten ongeacht hoe ze eruit zien en toch laat ik
op sommige momenten het tegenovergestelde zien. Ik vind het gebruiken van drugs
niet slecht, zolang anderen er maar geen last van hebben. Wel vind ik het
jammer als ik hoor dat iemand een drugsverslaving heeft. Ik denk dat het een
hele grote impact op je leven heeft en ik hoop dan ook altijd dat er geen
kinderen in het spel zijn.
Mijn beeldvorming is na de ontmoeting met mijn informant
niet drastisch veranderd, maar doordat hij mij over zijn eigen leven vertelde
heb ik wel meer inzicht gekregen in hoe dingen kunnen lopen in het leven. Ik
denk dat een verslaving kan ontstaan door een samenloop van omstandigheden,
maar dat het ook te maken heeft met hoe verslavingsgevoelig je bent en wat voor
een omgevingsfactoren er aanwezig zijn.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten